natuurlijk
Nederlandsk
redigerAdverb
redigernatuurlijk
Etymologi
redigerUttale
rediger- IPA: /nɑ.ˈtyːr.lək/
Synonymer
redigerAdjektiv
redigernatuurlijk, natuurlijke (komparaitv natuurlijker, natuurlijkere; superlativ natuurlijkst, natuurlijkste)