betekenen

Nederlandsk

Verb

betekenen (svakt verb (-d))

1. bety

Grammatikk

Bøyning av betekenen (regel: svakt, får -d i preteritum og perfektum)
Presens partisipp	betekenend
Perfektum partisipp	(hebben) betekend
Imperativ	beteken
	1. person entall (ik)	2. person entall (jij/je, u)	3. person entall (hij, zij/ze, om ting)	flertall (wij/we, jullie, zij/ze)
Presens	beteken	betekent	betekent	betekenen
Preteritum	betekende	betekende	betekende	betekenden